Instructie: Zet de getallen op volgorde van groot naar klein.
Instructie: Zet de maten op volgorde van groot naar klein.
Instructie: Zet de verschillende woorden van de zin op een logische volgorde zodat er een kloppende zin ontstaat.
Instructie: Klik op de juiste letter die past in de letterreeks die wordt weergegeven.
Instructie: In deze oefening krijg je verschillende taken te zien die jij moet rangschikken in een van de volgende vier categorieën; Belangrijk en dringend, Belangrijk en niet dringend, Niet belangrijk en dringend en niet belangrijk en niet dringend. Het doel is om te oefenen hoe je bijzaken van hoofdzaken kan onderscheiden.
Instructie: In deze oefening ga je oefenen hoe je het best je tijd kunt indelen. Let op, houdt rekening met de onderstaande informatie:
Neem aan dat het vandaag maandag is en je elke dag deze week om half drie vrij bent.
Donderdag heb je een SO NL, je wilt hier 2 uur voor leren.
Vrijdag heb je een proefwerk WI, je wilt hier 6 uur voor leren.
Opdracht: Plaats de uren voorbereiding naar de juiste dag, zodat je uitkomt met de voorbereidingstijd die je in gedachten hebt.
Instructie: In deze oefening ga je oefenen hoe je het best je tijd kunt indelen. Let op, houdt rekening met de onderstaande informatie:
Neem aan dat het vandaag maandag is en je elke dag deze week om half drie vrij bent.
Donderdag heb je een SO NL, je wilt hier 2 uur voor leren.
Vrijdag heb je een proefwerk WI, je wilt hier 6 uur voor leren.
Donderdag een presentatie ICT, je wilt hier 2 uur voor oefenen.
Je gaat woensdag 1,5 uur sporten in de avond.
Opdracht: Plaats de uren voorbereiding naar de juiste dag, zodat je uitkomt met de voorbereidingstijd die je in gedachten hebt.
Instructie: In deze oefening ga je oefenen hoe je het best je tijd kunt indelen. Let op, houdt rekening met de onderstaande informatie:
Maandag avond ga je afspreken met vrienden.
Neem aan dat het vandaag maandag is en je elke dag deze week om half drie vrij bent en dinsdag vrij vanwege studiedag.
Donderdag heb je een SO NL, je wilt hier 2 uur voor leren.
Vrijdag heb je een proefwerk WI, je wilt hier 6 uur voor leren.
Donderdag een presentatie ICT, je wilt hier 2 uur voor oefenen.
Je gaat woensdag 1,5 uur sporten in de avond.
Opdracht: Plaats de uren voorbereiding naar de juiste dag, zodat je uitkomt met de voorbereidingstijd die je in gedachten hebt.